Ze moeten gewoon luisteren!

Misschien schiet bovenstaande gedachte wel eens door je hoofd als je leiding geeft aan verschillende mensen.

Toch blijkt in de praktijk dat wanneer jij leiding geeft, je niet altijd dezelfde, goede resultaten behaalt.

(met een hardere stem) Herhalen wat er moet gebeuren levert meestal ook niet veel op.

Maar wat kun je dan wél doen?

Zorg dat je je manier van leiding geven/je coachstijl aanpast aan de ontvanger (situationeel leiding geven). Daardoor boek je uiteindelijk meer resultaat.

Maar hoe doe je dat; situationeel leiding geven?

Schat per medewerker in of zijn/haar willen en kunnen hoog of laag is. Zodat je je coachstijl daarop aanpast. Daardoor werken je mensen effectiever.

Stijl 1: Instrueren – geef uitleg (bij hoog willen en laag kunnen)

 

Heeft de medewerker nog niet genoeg kennis en ervaring? En is hij/zij wel leergierig en enthousiast? Dan is in dat geval een sturende stijl het meest effectief.

Geef uitleg, laat hem/haar meelopen met een collega, geef handboeken, enz. Daardoor verbeterd zijn ‘kunnen’.

Stijl 2: Begeleiden – geef feedback (hoog willen en steeds meer kunnen)

Beetje bij beetje gaat deze medewerker steeds meer werkzaamheden zelfstandig verrichten. Daardoor neemt zijn/haar zelfvertrouwen toe.

Geef hem/haar veel persoonlijke aandacht en begeleiding. Daarna wil hij/zij meer kunnen. Geef (positieve) feedback over wat goed gaat én wat niet.

Stijl 3: Motiveren – moedig aan (onzeker en voldoende kunnen)

De medewerker is goed begeleid. Daarna heeft hij/zij voldoende kennis en kan zelfstandig aan het werk. Ondanks dat, is men dan nog onzeker. “Kan ik het wel helemaal alleen?”

Stuur deze medewerker niet taakgericht aan en moedig hem/haar juist aan (“Fouten maken is niet erg. Je kunt het!”). Luister, kijk en help eventueel een handje. Waardoor zijn/haar onzekerheid afneemt.

Stijl 4: Delegeren – geef verantwoordelijkheden en bevoegdheden (zeker en hoog kunnen). 

De medewerker doet inmiddels zijn/haar taak helemaal zelfstandig. Je geeft hem/haar de verantwoordelijkheid én de bevoegdheden om zelfstandig te kunnen werken.

Daarna zullen de werkzaamheden hem/haar echter steeds makkelijker afgaan en men zal na verloop van tijd nieuwe uitdagingen willen.

Voor een nieuwe taak heeft deze medewerker dan weer een goede instructie en begeleiding nodig (stijl 1 en 2).

Tip:

Doordat je je stijl van leidinggeven aan de taakvolwassenheid van de medewerker aanpast, zal deze (intrinsiek) gemotiveerd raken én blijven.

Een beter resultaat begint bij het motiveren van je mensen.

Wij begeleiden MKB-ondernemers bij het realiseren van meer winst. Zorgen ervoor dat je uit de operatie komt en meer grip, rust, plezier en rendement ervaart binnen je bedrijf.

Keertje sparren? Bel ons op 040 - 309 8118 of stuur een e-mail naar info@Bedrijfsmaat.nl. Je kunt ook zelf vrijblijvend een afspraak inplannen

Origineel weergeven